Arpin Nieuwe Wollen Deken Verloop

Deze deken is gemaakt op een jacquard weefgetouw. Het bijzondere kenmerk is het geweven kleurverloop van natuurlijk wit naar lichtgrijs en mosterdgeel, dat ontstaat door het gebruik van verschillende gekleurde garens in de inslag. Het is vooral te zien aan de voorkant, terwijl het natuurlijke witte garen van de schering domineert aan de achterkant.

Er is niet veel veranderd sinds Alexis en Jean-Baptiste Arpin hun spinnerij openden in Séez – aan de voet van de Kleine Sint-Bernard in de Savoyse Alpen: Zij werken met dezelfde machines die in 1817 tot de meest geavanceerde technologie behoorden – en nu deel uitmaken van het Franse nationale erfgoed. Ze worden nog steeds aangedreven door een molenrad en het molenrad door de naburige bergbeek, en de herders uit de omliggende valleien leveren de wol: uit de Tarentaise, de Beaufortain, de Maurienne en het Aostadal. Ook de bewerkingen om van de ruwe wol garen en stof te maken zijn al 200 jaar hetzelfde gebleven. Alleen de klanten, ooit berggidsen en vliegende handelaren, komen nu uit de hele wereld.

Arpin breidt de productie uit en koopt in 1908 een turbine om elektriciteit op te wekken, waardoor Séez de eerste geëlektrificeerde stad in de Haute-Tarentaise wordt. Het enthousiasme van de familie voor technologie is tot op heden blijven bestaan, alleen richt Arpin zich nu minder op nieuwe aanwinsten en meer op het verzorgen van hun machines. Dit heeft 14 machines de classificatie als historisch monument opgeleverd en het familiebedrijf de staatsprijs “Entreprise du Patrimoine Vivant”. Het is gemakkelijk te geloven dat Arpin de traditie van het vakmanschap leeft en zelf een nationaal erfgoed is: vanaf de eerste blik op de fabriek, die voor iedereen toegankelijk is voor een bezoek; en op het laatst als je in de wollen stoffen grijpt, voel je de twee eeuwen ervaring en passie.

Arpin is de laatste weverij in Frankrijk die, met uitzondering van het verven, nog al het werk zelf uitvoert – van het sorteren van de ruwe wol over het kaarden en spinnen tot het weven en de afwerking. De productie volgt de loop van de seizoenen, want de wol kan pas worden gekocht nadat de schapen in de herfst zijn geschoren. Het is afkomstig van de meer dan 130 schapenhouderijen in de omliggende valleien, uit de Tarentaise, de Beaufortain, de Maurienne en de Aostavallei. Door het harde bergklimaat nestelt zich geen ongedierte in de wol, zodat geen chemische behandeling nodig is. Voor het spinnen wordt het met de hand gesorteerd, gewassen met water uit de nabijgelegen bergbeek en gedroogd op de oude opslagvloeren, goed geventileerd en alleen verwarmd door de zon. Dit kan tot tien dagen duren, gedurende welke het regelmatig moet worden gedraaid, ook met de hand. Afhankelijk van het soort weefsel zijn er tot 24 stappen nodig om van de ruwe wol een weefsel of doek te maken. Arpin heeft een breed scala aan doeken en stoffen in zijn repertoire. Arpin verwerkt sommige daarvan tot kleding en woningtextiel, terwijl andere op bestelling worden gemaakt voor een groot aantal klanten, waaronder hotels, privé-chalets en modeontwerpers.